SV | Toen zeide hij tot hen: De HEERE zij een Getuige tegen ulieden, en Zijn gezalfde zij te dezen dage getuige, dat gij in mijn hand niets gevonden hebt! En [het volk] zeide: Hij zij Getuige! |
WLC | וַיֹּ֨אמֶר אֲלֵיהֶ֜ם עֵ֧ד יְהוָ֣ה בָּכֶ֗ם וְעֵ֤ד מְשִׁיחֹו֙ הַיֹּ֣ום הַזֶּ֔ה כִּ֣י לֹ֧א מְצָאתֶ֛ם בְּיָדִ֖י מְא֑וּמָה וַיֹּ֖אמֶר עֵֽד׃ פ |
Trans. | wayyō’mer ’ălêhem ‘ēḏ JHWH bāḵem wə‘ēḏ məšîḥwō hayywōm hazzeh kî lō’ məṣā’ṯem bəyāḏî mə’ûmâ wayyō’mer ‘ēḏ: |
Toen zeide hij tot hen: De HEERE zij een Getuige tegen ulieden, en Zijn gezalfde zij te dezen dage getuige, dat gij in mijn hand niets gevonden hebt! En [het volk] zeide: Hij zij Getuige!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zeide hij tot hen: De HEERE zij een Getuige tegen ulieden, en Zijn gezalfde zij te dezen dage getuige, dat gij in mijn hand niets gevonden hebt! En [het volk] zeide: Hij zij Getuige!
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!